Rasstandaard Hampshire Down

KOP

  • Met uitstraling
  • Hoornloos
  • Bewold en donkerbruine tot zwarte beharing op mooi afgelijnde zones, vooral rond oren en ogen, uitvloeiend naar de snuit
  • De oren lichtjes afhangend, fijn en goed ingeplant
  • Typisch mannelijke kop voor de ram, typisch vrouwelijke kop voor de ooi

BESPIERING

  • Gespierde schouders
  • Breed zadel
  • Gewelfde ribben
  • Diepe achterhand
  • Brede achterhand

EVENREDIGHEID

  • In bovenaanzicht past het dier qua belijning in een rechthoek
  • In zijaanzicht is de buiklijn evenwijdig aan de ruglijn of loopt in kegelvorm naar achter
  • Correcte nekaansluiting
  • Korte nek
  • Kop in verhouding met het lichaam

TYPE

  • Hellend kruis
  • Hoge staartinplant
  • Fijne staartinplant
  • Wijde borst
  • Een typisch dier bevat alle kenmerken van kop, bespiering, evenredigheid, vacht, en beenwerk

BEENWERK

  • In profiel gezien correcte standen voor en achter
  • Vooraanzicht gezien correcte standen voor en achter
  • Correcte en soepele loop
  • Fijn en stevig beenwerk
  • Achterpoten goed gehakt

VACHT

  • Fijne en korte gespiralliseerde wol zonder haren
  • Gesloten vacht
  • Fijne roze soepele huid zonder plooien en zonder zwarte plekken
  • De poten en scrotum bedekt met wol en beharing op de onderpoten
  • Vacht zonder zwarte vlekken

UITSLUITING

  • Varkensbek
  • Snoekbek
  • Eén teelbal

Terug